In dit laatste artikel wil ik graag drie zaken behandelen.
1) Ik wil graag een antwoord geven aangaande de zaken die Martin in zijn derde artikel aanhaalt.
2) Ik wil de zaken benoemen die Martin niet heeft behandeld in zijn tweede en in zijn derde artikel.
3) In de laatste plaats wil ik een korte conclusie laten volgen.
We zullen niet alles uitgebreid kunnen behandelen, dit omdat deze conclusie maar 1500 woorden mag bevatten. Een aantal dingen zullen daarom wat verkort en beknopt weergegeven worden.
Antwoorden op het derde artikel van Martin.
Het oude en nieuwe Testament.
Martin schrijft: “Bij hem staat het nieuwe testament op een hoger plan dan het oude testament”.
Als we naar de Bijbel kijken zien we dat de gehele Bijbel, van Genesis tot Openbaring, het woord van God is. Alle woorden van God zijn essentieel in ons leven als Christen.
Dat is wat ik predik en dat is wat ik leef.
Maar we weten ook dat de Bijbel een onderscheid maakt tussen het verbond dat gegeven is op Sinai en het verbond gegeven door Jezus Christus. Christenen leven onder het verbond van Christus en niet onder het verbond met Mozes. (Joh. 1: 16, 17; Handl. 15; Rom. 7: 1- 6; 1 Kor. 9: 21; 2 Kor. 3: 1- 18; Gal. 3: 23- 25; 4: 21- 31; Hebr. 7: 12; 8: 7- 13; 9: 15- 17)
Dus, het is geen kwestie om het ene Testament boven het andere te stellen, het is een kwestie onder welk verbond wij leven als Christenen en de Bijbel geeft het antwoord dat we onder het tweede verbond leven.
Efeze en het nieuwe burgerschap.
Martin schrijft dat Heidenen medeburgers zijn geworden van het volk Israel en dat Heidenen ingeënt zijn op de wortel van het Jodendom. Daarmee impliceert Martin dat de wet van Mozes nog steeds staat.
Maar als we naar Efeze kijken zien we dat er geschreven staat dat de gemeente gebouwd is op het fundament van de Apostelen en de profeten, terwijl Christus de hoeksteen is. (2: 20)
De hoeksteen van de gemeente is niet Mozes maar Christus.
De gemeente is inderdaad begonnen met Joden, (Joh. 10: 16) en daarna zijn Heidenen in ditzelfde lichaam toegevoegd.
Dit laat zien dat God, door Christus, een nieuw verbond heeft gemaakt, God is begonnen met de Joden, Handl. 1- 9, daarna zijn ook de Heidenen aan ditzelfde lichaam toegevoegd. (Handl. 10- 28)
Dus, het is inderdaad waar dat Heidenen medeburgers geworden zijn aan de Joden, maar het was gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten met Christus als hoeksteen, en niet Mozes.
En ja, Heidenen zijn geënt op de wortel van het Jodendom, maar Christus is de wortel (Ez. 34: 24; Joh. 10: 1- 16; Ef. 2: 11- 14) en niet Mozes. (Zie ook Hebr. 3: 6)
De bergrede.
Martin schrijft: “Mijn gerespecteerde opponent moet leren inzien dat hij Jezus’ woorden krachteloos maakt door zijn ongefundeerde bewering dat de inhoud van de Bergrede slechts geldend was totdat Jezus stierf aan het hout”.
En ik stel Martin de vraag: Waar heb ik gesteld dat de bergrede niet meer geldend is in het tweede verbond? Nergens in mijn voorgaande artikelen heb ik zoiets geschreven of geïmpliceerd.
Ik heb geschreven is dat het tweede verbond van God, door Christus, van kracht is geworden toen Christus aan het kruis is gestorven en opgestaan is uit de dood.
Mat 4: 23 En Hij trok rond in geheel Galilea en leerde in hun synagogen en verkondigde het evangelie van het Koninkrijk en genas alle ziekte en alle kwaal onder het volk.
Wat Christus predikte in de bergrede was aangaande het evangelie.
De bergrede was een deel van de lering aangaande “het evangelie van het koninkrijk”, het tweede verbond. De bergrede is wel degelijk een onderdeel van het tweede verbond.
Mattheus 5: 17, 18 en Lukas 16: 17.
De tekst in Lukas geeft aan dat de woorden over het voorbijgaan van de hemel en de aarde figuurlijk gelezen moeten worden.
Luk 16: 17 Gemakkelijker zouden hemel en aarde vergaan, dan dat er van de wet een tittel zou vallen.
We zien in deze woorden dat de vergelijking wordt gegeven dat het makkelijker is dat de hemel en aarde zouden vergaan dan dat er van de wet een tittel zal vallen. De tijd dat Jezus deze woorden sprak was de wet van Mozes nog compleet en volledig van toepassing.
Met de dood en opstanding van Christus is er een tweede verbond van kracht geworden, het verbond wat God heeft gemaakt via Christus. (Hebr. 1: 1- 3; 7: 12; 9: 15- 17)
De zevende dag, de rustdag van God.
Martin spreekt in zijn derde artikel over een connectie tussen de zevende dag van de schepping en het feit dat wij, onder het tweede verbond, ook zouden moeten rusten.
Martin gaat voorbij aan het feit dat de Sabbat niet gegeven is aan de vaderen, (Deut. 5: 1- 3; Neh. 9: 13, 14) maar de Sabbat is gegeven via Mozes aan het volk van Israel.
Deut. 5: 3 Niet met onze vaderen heeft de Here dit verbond gesloten, maar met ons, zoals wij hier heden allen in leven zijn.
Nergens in de aardvaderlijke tijd lezen we dat zij de Sabbat onderhielden, dit is een aanname van Martin, iets wat niet bewezen is of bewezen kan worden.
Martin’s vraag aangaande de Godheid van Christus.
Martin vraagt waar Christus expliciet zegt dat Hij God is. Waarom is dit nodig?
Als de Bijbel stelt dat Hij God is dat is dat voldoende, of Hij dat zelf gezegd heeft of de Vader zelf. Het geopenbaarde woord stelt dat Christus God is. (Joh. 1: 1; Hebr. 1: 8 en anderen)
Verder stelt Martin dat het in vele kerken geleerd word dat de kerk in plaats gekomen is van Israel.
Martin, waarom breng je dingen in het debat waar ik niets over heb geschreven en wat nog niet eens het doel van het debat is?
Je taak is om mijn argumenten te weerleggen, niet datgene dat door bepaalde kerken worden geleerd.
De sterfdag van Christus.
Martin wijdt een hele paragraaf aan het principe dat Christus niet op de 1ste dag van de week gestorven zou zijn, maar op de Sabbat.
Dit is een punt wat niet het punt van onze discussie raakt, dus ik ga daar voor de rest niets over schrijven.
De vraag voor een tekst voor de eerste dag van de week als dag van samenkomst.
Martin stelt dat er geen nieuw Testamentische tekst te noemen is die de samenkomst op de eerste dag van de week plaatst.
Het antwoord is dat het nieuwe Testament dit wel doet: Handl. 20: 7.
Mijn vraag aan Martin over een tekst die aangeeft dat de apostelen en discipelen de Sabbat observeerden.
In mijn vorige schrijven had ik de vraag gesteld aan Martin om ons een tekst, teksten, te geven die laat zien dat de apostelen en discipelen de Sabbat hielden.
In de eerste plaats geeft Martin helemaal geen enkele tekst als antwoord op deze vraag.
Hij kan dit ook niet omdat er geen enkele is!!!!
Martin haalt daarna Lukas 23: 56 aan om te laten zien dat de apostelen en discipelen van Christus de Sabbat observeerden.
In de eerste plaats, deze tekst gaat niet over de apostelen en discipelen. Deze tekst gaat over vrouwen die met hem uit Galilea gekomen waren.
In de tweede plaats, de apostelen begonnen op de Pinksterdag pas te spreken over de gemeente en over de leer van Christus onder het nieuwe verbond.
Petrus had de sleutels gekregen van het koninkrijk, de gemeente, (Matt. 16: 16- 18)
Hij was degene met wie alles is begonnen.
Op de pinksterdag is God gaan toevoegen aan de gemeente (Handl. 2: 42) en zo zien we dat Martin geen enkele tekst, als antwoord op mijn vraag, kan geven als antwoord op mijn vraag waar de apostelen en discipelen de Sabbat observeerden.
Deze teksten zijn er niet!!!
Punten die Martin niet heeft behandeld.
In mijn tweede artikel heb ik een aantal verschillende argumenten gemaakt die Martin in dit schrijven niet heeft beantwoord.
Martin heeft nooit vragen beantwoord aangaande het principe dat de wet gegeven is aan het volk van Israel en niet aan de vaderen.
-Deut. 5: 1- 3; Nehemia 9: 13, 14
Martin heeft nooit mijn tegenwerpingen aangaande Handl. 15 beantwoord.
Martin heeft nooit mijn tegenwerpingen aangaande Hebr. 8: 10 beantwoord.
Verder hadden we in het tweede artikel al melding gemaakt dat Martin nooit mijn argumenten aangaande Galaten 4: 21- 31 en aangaande 1 Kor. 9: 21 heeft beantwoord.
Waarom heeft Martin deze punten niet behandeld en beantwoord?
Heeft hij er geen antwoord voor?
Conclusie aangaande dit debat.
Als laatste wil ik wat woorden toevoegen in conclusie.
De Bijbel leert dat de wet gegeven is door God op Sinai. (Deut. 5: 1- 3; Neh. 9: 13, 14) Het vierde gebod van deze wet was aangaande de Sabbat.
Het nieuwe Testament leert ons dat er een nieuwe wet is gekomen, (Rom. 7: 1- 6; 1 Kor. 9: 21; 2 Kor. 3: 1- 18; Gal. 3: 19- 21; 4: 21- 31; Hebr. 1: 1- 3; 7: 12; 9: 15- 17)
We lezen dat er een bediening is van de Geest, die de bediening die in stenen tafelen is gegrift, heeft vervangen. (2 Kor. 3: 1- 18)
Christenen leven onder de wet van Christus, 1 Kor. 9: 21.
Rom 2: 14 Wanneer toch heidenen, die de wet niet hebben, van nature doen wat de wet gebiedt, dan zijn dezen, ofschoon zonder wet, zichzelf tot wet;
Rom 2: 15 immers, zij tonen, dat het werk der wet in hun harten geschreven is, terwijl hun geweten medegetuigt en hun gedachten elkander onderling aanklagen of ook verontschuldigen,
Rom 2: 16 ten dage, dat God het in de mensen verborgene oordeelt volgens mijn evangelie, door Christus Jezus.
1 Kor. 9: 19 Want hoewel ik vrij sta tegenover allen, heb ik mij allen dienstbaar gemaakt, om er zoveel mogelijk te winnen;
1 Kor. 9: 20 en ik ben voor de Joden geworden als een Jood, om Joden te winnen; hun, die onder de wet staan, als onder de wet (hoewel persoonlijk niet onder de wet) om hen, die onder de wet staan, te winnen;
1 Kor. 9: 21 hun, die zonder wet zijn, ben ik geworden als zonder wet (hoewel niet zonder de wet van God, want ik sta onder de wet van Christus) om hen, die zonder wet zijn, te winnen.